02 761 26 26 contact@ddel.be

Sinds 3 januari van dit jaar legt de nieuwe MiFID-richtlijn (Market in Financial Instrument Directive) nieuwe spelregels op aan bankiers en vermogensbeheerders. Het hoofddoel is om de beleggers nog beter te beschermen.

Van de vele nieuwe maatregelen opgenomen in MIFID, zullen er twee in het bijzonder een revolutie veroorzaken in het bedrijfsmodel van de meeste bankiers en vermogensbeheerders.

Verbod van retrocessies op fondsen van derden.

Beheerders die retrocessies van andere fondshuizen ontvangen, moeten deze (verborgen) commissies nu moeten overdragen aan hun discretionaire klanten. Dit is een aanzienlijke inkomstenbron die verdwijnt voor beheerders die een “open architectuur” hanteren. Dit wil zeggen dat er naast huisfondsen ook fondsen van derden worden aangeboden.

De financiële gevolgen van dit verbod zijn zo groot dat banken zich strategisch hebben moeten herpositioneren en het zichtbare deel van hun honoraria (management fees, bewaarloon, instapkosten fondsen, transactiekost etc.) hebben verhoogd. Andere spelers geven er de voorkeur aan om af te zien van de “open architectuur” en investeren enkel nog in huisfondsen … dit alles ten koste van een goede diversificatie. Anderen zullen waarschijnlijk in de verleiding komen om hun inkomsten te recupereren door het aantal transacties in de portefeuilles te verhogen…

 

Transparantie op het niveau van alle beheerskosten.

Beheerders moeten nu ook alle vergoedingen weergeven, inclusief de ‘verborgen’ kosten en de ‘ongoing costs’ verbonden aan fondsen. De impact van deze kosten op het lange termijn rendement van een portefeuille zal bovendien moeten worden weergegeven.

Jaarlijks moeten zij ook gedetailleerde informatie verstrekken over alle vergoedingen die een klant in het afgelopen jaar betaalde. Het totaal van de kosten dient te worden uitgedrukt in absolute cijfers en als een percentage van het beheerde vermogen.

 

Wat is de impact van deze twee maatregelen voor de belegger en voor de financiële sector?

Op korte termijn wordt verwacht dat beleggers de prijzen van de verschillende beheerders zullen vergelijken en dat ze de duurste zullen verlaten. De wakkere belegger zal begrijpen dat zijn rendement op lange termijn (aanzienlijk) zal verbeteren als hij zich tot een low-cost beheerder wendt. De belegger die nog dieper graaft zal ook tot de conclusie komen dat actief beheer niet de beste garantie biedt voor rendement en dat hij met passief beheer betere kaarten in handen heeft om zijn lange termijn rendement te optimaliseren.

Het is ook te verwachten dat een nieuw type speler zal opduiken in de markt. Meer bepaald de ‘onafhankelijke financiële adviseurs’, die in de Verenigde Staten, Engeland en Nederland al aan een lange opmars bezig zijn. Dit zijn volledig onafhankelijke beheerders die zich volledig hebben bevrijd van belangenconflicten doordat hun enige vorm van vergoeding rechtstreeks door de klant wordt betaald.

Wat is de impact voor DDEL?

Op strategisch niveau, geen! Vanaf de oprichting van DDEL in 2004 stonden de begrippen transparantie, beleggersbescherming en onafhankelijkheid al centraal. Het is om deze reden dat we altijd elke vorm van retrocessie en instapkost voor fondsen hebben geweigerd.

We wensen ons bedrijf op een consistente manier te laten groeien zonder ons ‘discours’ voor de klant te moeten aanpassen. Wat zullen klanten denken als ze begrijpen dat de stijging van de (zichtbare) kosten gekoppeld is aan het verdwijnen van een beloningspraktijk die hun beheerder voor meerdere jaren voor hen verborgen hield?

Het doet ons plezier dat de MiFID I-regelgeving in 2007 en MiFID II in 2018 ons gelijk geven over de keuzes die we bijna 15 jaar eerder al hadden gemaakt.

Vanaf het begin is het onze bedoeling geweest om onze klanten de best mogelijke beleggingservaring te bieden. We gaan door op dit pad en proberen ons elke dag opnieuw uit te vinden om de tevredenheid van onze klanten te vergroten … zonder de prijs te verhogen.